Pagina's

16 februari 2007

Monddood

Terwijl mijn dochter met haar rode poppenwagen over de stoep slentert, zie ik het volgende vijftig meter voor ons gebeuren. Een lange wat magere man, midden veertig, donkerblond vettig haar tot op zijn schouders, loopt met een hond over de stoep. Voor het huis van onze buren gaat de hond op zijn hurken zitten en draait een beetje met zijn hondenbillen. Voor mensen met een traag begrip: hij kreeg nog net geen rood hoofd van het persen, maar enkel niet omdat dat bij honden niet mogelijk is!
De man ziet ook 'ineens' wat de hond van plan is te doen. Een beetje geergerd geeft hij een ruk aan de riem en trekt de hond de parkeerplaats op. Zo'n gebaar van: doe dat hier maar, niet daar. Overigens was hij net te laat met het verplaatsten van zijn hond, want de helft van een dampende keutel ligt inmiddels op de stoep. Te wachten tot er iemand instapt. De andere helft wordt 'keurig' op de parkeerplaats gedeponeerd.
Zo'n vijftig meter achter de man en de hond, loop ik nog steeds met mijn dochter. En ik hou me in. Ik hou me in om niet naar hem toe te snellen en hem vriendelijk, doch zeer dringend, te vragen of hij die zooi misschien even wil opruimen. En hem te vertellen dat ik het ook smerig vind als er hondenpoep op de parkeerplaats ligt. Maar ik hou me in. De vorige keer dat ik iemand aansprak op de bruine dampende hoop die hij bij ons in de straat had achtergelaten, kon ik ternauwernood de knal voor mijn kanis ontwijken die hij voor me in gedachten had. Dus rest mij nu slechts het loodsen van mijn dochter langs de drollen.
Een alternatief plan spookt door mijn hoofd: de drollen oprapen en in een open kartonnen bakje voor zijn deur leggen.. maar uiteraard weet ik niet waar de man woont. Vast niet bij ons in de straat...

Geen opmerkingen: