Het is misschien een beetje cru gezegd, maar alles in huize Mol-Ter Wal draait deze dagen om kots. Als je binnen komt ruik je het al. Er is geen ontkomen aan. Merle, Anne-Lomé en ik hebben buikgriep, zware buikgriep.
Het begon allemaal zondag op de terugweg van Meppel naar Den Haag. Geen klein stukje rijden. Helemaal niet als je twee van de tweeeneenhalf uur in een lucht van verse kinderkots mag doorbrengen. Ter hoogte van Zwolle begon Merle vanuit slaaptoestand ineens heel hard te huilen en gooide vervolgens haar hele maaginhoud in Sjoerd zijn nek. Feestelijk. Het spreekt voor zich dat ze hierbij geen rekening hield met de autostoel die toch lastig weer geurvrij te maken is, laat staan het interieur van onze twee maanden oude auto.
Sindsdien kotst Merle er lustig op los. Anne-Lomé volgde haar voorbeeld halverwege de week ook. Midden in de nacht riep ze in volslagen paniek uit: mama, ik moet nu spugen! Boven de wasbak en binnen no time nokkie vol. Maar, dat moeten we haar nageven: geen spetter buiten de wasbak. Dat scheelde wel. Sinds gisteren ben ik aan de beurt. Details zal ik je besparen.
De wasmachine draait overuren, als één van de kinderen een boertje laat heb je een gasmasker nodig om overeind te blijven en een windje van Merle komt tegenwoordig standaard nat in haar luier terecht. En dan hebben we nog mazzel dat íe daar eindigt.
De enige gedachte die houvast biedt is: wat we al hebben gehad, zit er op. Het einde is vast in zicht. Toch?
2 opmerkingen:
Ik vond je er woensdag inderdaad al een beetje pips uitzien. En toen zei je al iets over de toestand in huize Mol. Nou, heel veel sterkte!
Jemig Suus, dat liegt er niet om :-)
Beterschap!
Een reactie posten