Binnenkort verliezen vier jonge kinderen hun moeder. Een man gaat zijn vrouw verliezen. De vrouw die na zoveel jaren samen, een deel van hemzelf is geworden.
We rijden vanuit Groningen terug naar huis. De kinderen slapen, Vriend rijdt en tijdens de rit is er alle gelegenheid om mijn gedachten eens rustig op een rij te zetten. Een week geleden hoorde ik dat een oud-collega, die al een tijd ernstig ziek is, binnenkort gaat sterven. En sindsdien spookt ze door mijn hoofd. We hebben elkaar de laatste jaren slechts sporadisch gesproken. Dat was ook prima. Als we elkaar toevallig tegenkwamen dan was het gezellig. Een biertje erbij, herinneringen ophalen en vertellen hoe het leven sinds we collega's-af zijn verder is gegaan. Over de ziekte die haar in zijn greep hield, hebben we nooit gesproken. Dat wilde ze niet. En toch kan ik de gedachten aan haar bijna niet loslaten. Het is zo definitief, zo onbegrijpelijk en zo onrechtvaardig. Tuurlijk, dit zijn allemaal cliché's. Maar soms verwoordt niets je gevoel zo treffend als een cliché.
We rijden de zonsondergang tegemoet en in gedachten neem ik weer een beetje afscheid van haar. Ik hoop dat ze wordt omringd door haar man en kinderen. Dat ze veel liefde voelt. Een ding weet ik zeker: God heeft zich weer een keer vergist.
Ik leg mijn hand op de knie van Vriend en streel hem zachtjes. Van achter zijn zonnebril kijkt hij me aan, lacht naar me en knijpt zacht in mijn hand. 'Lieverd'..
Geen opmerkingen:
Een reactie posten