Inmiddels ben ik weer volop aan het pinnen en internetbankieren met mijn nieuwe passen. Tijdens een van deze acties zie ik tot mijn stomme verbazing dat er net iets meer dan acht euro is afgeschreven door de Rabobank. Omschrijving: nieuwe set passen. Het moet niet gekker worden. Maar weer bellen..
Medewerker: ‘Ja mevrouw, het is inderdaad heel vervelend dat u twee weken zonder passen heeft gezeten en dat dit zo is misgelopen. Die acht euro hebben we afgeschreven omdat u een nieuwe set passen met een nieuwe pincode heeft ontvangen.’
Ik: ‘Maar daar had ik heel nadrukkelijk niet om gevraagd, dus ik wil graag dat geld teruggestort hebben.’
Medewerker: ‘Dat zal helaas niet gaan, want dit wordt automatisch gegenereerd.’
Ik: ‘Nou ja, het lijkt me toch dat er iemand ergens een opdracht moet hebben gegeven dit af te schrijven. Dus dan geeft er ook maar ergens iemand de opdracht om het terug te schrijven.’
Medewerker: ‘Dat zal helaas niet gaan.’
Ik: ‘Hoezo dat zal niet gaan.’
Medewerker: ‘Dat gaat niet.’
Ik: ‘Je bedoelt: mevrouw u kunt op uw kop gaan staan, maar dat geld wordt niet teruggestort?!’
Een kleine week later, ik doe nog net even een paar boodschappen voordat we voor een lang weekend naar Brugge vertrekken. Pas ongeschikt verschijnt er op het schermpje van de pinautomaat. Neee!!!! Maar ja hoor, de strip van de Rabopas is wederom magnetisch ontladen.
Ik: ‘Daar ben ik weer!’
Medewerker: ‘Dag mevrouw Ter Wal, wat kan ik voor u doen?’
Ik: ‘Nou, mijn pas doet het weer niet. Wat gaan we hier nu aan doen?’
Medewerker: ‘Ja, ik zie het, de pas is magnetisch ontladen. Heeft u iets in uw tas, een telefoon bijvoorbeeld waardoor dit iedere keer bij u gebeurt?’
Ik (met stoom uit mijn oren): ‘Een telefoon! Ja, tuurlijk heb ik een telefoon in mijn tas. Al jaren! Maar deze ellende is nieuw! En bovendien vind ik het heel vreemd dat de pas van de postbank dan kennelijk geen last heeft van de storing van de telefoon!’
Medewerker: ‘Ik snap uw frustratie mevrouw. Maar ja, een pas van de postbank is van een ander materiaal gemaakt dat minder snel last heeft van dit soort storingen. We vragen nieuwe passen voor u aan, uiteraard zonder nieuwe pincode. Die zijn binnen vijf werkdagen bij u. En het spreekt voor zich dat we die acht euro van de vorige keer terugboeken.’
Zeven werkdagen later nog geen spoor van passen (of pincodes). Bellen maar weer.
Medewerker: ‘Ja mevrouw, vervelend allemaal. Ik zie hier in de computer dat uw passen zijn verstuurd inmiddels. Dus u zult ze morgen in huis hebben.’
Ik: ‘Daar geloof ik helemaal niks van.’
Een dag later, geen passen op de deurmat of een briefje van de postbode. Wel een uitzending van Radar waarin de Rabobank met de grond gelijkgemaakt wordt. Met name in het geven van antwoorden zijn ze niet zo sterk. Bellen met de Rabobank maar weer.
Medewerker: ‘Ja mevrouw, we hebben het momenteel gierend druk. Kunt u hier morgen over terugbellen?’
Ik (heel kalm): ‘Ik prakizeer er niet over. Ik wil nu weten wanneer ik nieuwe passen krijg anders hef ik de hele handel op en ga ik naar een andere bank waar ik morgen weer passen van heb en die niet om de haverklap de geest geven!’
Medewerker (uiteraard niet onder de indruk van mijn dreigement): ‘Eh ja mevrouw. Ik zal even voor u kijken. Ik zie het al. We hebben een probleem met de fabricage van de passen, daar is een storing geweest. Dus ik kan u met zekerheid zeggen dat u binnen vier werkdagen nieuwe passen ontvangt.’
Ik: ‘Binnen vier werkdagen?! Dan ben ik dus elf werkdagen verder! Ik zal het er mee moeten doen. Dus deze week nog kan ik de passen verwachten?’
Medewerker: ‘Ja mevrouw, absoluut. En anders uiterlijk maandag…’
Medewerker: ‘Ja mevrouw, het is inderdaad heel vervelend dat u twee weken zonder passen heeft gezeten en dat dit zo is misgelopen. Die acht euro hebben we afgeschreven omdat u een nieuwe set passen met een nieuwe pincode heeft ontvangen.’
Ik: ‘Maar daar had ik heel nadrukkelijk niet om gevraagd, dus ik wil graag dat geld teruggestort hebben.’
Medewerker: ‘Dat zal helaas niet gaan, want dit wordt automatisch gegenereerd.’
Ik: ‘Nou ja, het lijkt me toch dat er iemand ergens een opdracht moet hebben gegeven dit af te schrijven. Dus dan geeft er ook maar ergens iemand de opdracht om het terug te schrijven.’
Medewerker: ‘Dat zal helaas niet gaan.’
Ik: ‘Hoezo dat zal niet gaan.’
Medewerker: ‘Dat gaat niet.’
Ik: ‘Je bedoelt: mevrouw u kunt op uw kop gaan staan, maar dat geld wordt niet teruggestort?!’
Een kleine week later, ik doe nog net even een paar boodschappen voordat we voor een lang weekend naar Brugge vertrekken. Pas ongeschikt verschijnt er op het schermpje van de pinautomaat. Neee!!!! Maar ja hoor, de strip van de Rabopas is wederom magnetisch ontladen.
Ik: ‘Daar ben ik weer!’
Medewerker: ‘Dag mevrouw Ter Wal, wat kan ik voor u doen?’
Ik: ‘Nou, mijn pas doet het weer niet. Wat gaan we hier nu aan doen?’
Medewerker: ‘Ja, ik zie het, de pas is magnetisch ontladen. Heeft u iets in uw tas, een telefoon bijvoorbeeld waardoor dit iedere keer bij u gebeurt?’
Ik (met stoom uit mijn oren): ‘Een telefoon! Ja, tuurlijk heb ik een telefoon in mijn tas. Al jaren! Maar deze ellende is nieuw! En bovendien vind ik het heel vreemd dat de pas van de postbank dan kennelijk geen last heeft van de storing van de telefoon!’
Medewerker: ‘Ik snap uw frustratie mevrouw. Maar ja, een pas van de postbank is van een ander materiaal gemaakt dat minder snel last heeft van dit soort storingen. We vragen nieuwe passen voor u aan, uiteraard zonder nieuwe pincode. Die zijn binnen vijf werkdagen bij u. En het spreekt voor zich dat we die acht euro van de vorige keer terugboeken.’
Zeven werkdagen later nog geen spoor van passen (of pincodes). Bellen maar weer.
Medewerker: ‘Ja mevrouw, vervelend allemaal. Ik zie hier in de computer dat uw passen zijn verstuurd inmiddels. Dus u zult ze morgen in huis hebben.’
Ik: ‘Daar geloof ik helemaal niks van.’
Een dag later, geen passen op de deurmat of een briefje van de postbode. Wel een uitzending van Radar waarin de Rabobank met de grond gelijkgemaakt wordt. Met name in het geven van antwoorden zijn ze niet zo sterk. Bellen met de Rabobank maar weer.
Medewerker: ‘Ja mevrouw, we hebben het momenteel gierend druk. Kunt u hier morgen over terugbellen?’
Ik (heel kalm): ‘Ik prakizeer er niet over. Ik wil nu weten wanneer ik nieuwe passen krijg anders hef ik de hele handel op en ga ik naar een andere bank waar ik morgen weer passen van heb en die niet om de haverklap de geest geven!’
Medewerker (uiteraard niet onder de indruk van mijn dreigement): ‘Eh ja mevrouw. Ik zal even voor u kijken. Ik zie het al. We hebben een probleem met de fabricage van de passen, daar is een storing geweest. Dus ik kan u met zekerheid zeggen dat u binnen vier werkdagen nieuwe passen ontvangt.’
Ik: ‘Binnen vier werkdagen?! Dan ben ik dus elf werkdagen verder! Ik zal het er mee moeten doen. Dus deze week nog kan ik de passen verwachten?’
Medewerker: ‘Ja mevrouw, absoluut. En anders uiterlijk maandag…’
En ineens snap ik mensen die met een geweer in de hand een bank binnenlopen. Ze zijn gewoon altijd verkeerd begrepen. Die mensen willen geen geld. Ze willen hun passen!! Ok, ze zijn ernstig in de war. Maar ook dat kan ik me, aangekomen op een punt dat ik echt wanhopig word, inmiddels levendig voorstellen!
2 opmerkingen:
hoi suus,
kijk op www.trosradar.nl en plak jouw verhaal erbij.
je kunt ook met ingeborg overleggen, zelfde verhaal bij abn-amro.
groetjes
M.
Wat een drama... Kafkaesque! En ik me al kapot ergeren dat je bij de Postbank gewoon vijf euro voor elke nieuwe pas betaalt... Het kan dus altijd erger...
Een reactie posten